Hout

Omschrijving: 
[definitie]
Hout is het harde, met bast bedekte gedeelte van de stammen en wortels van bomen en heesters.

[toelichting]
Chemisch gezien bestaat hout gemiddeld uit: 47-53% cellulose; 17-27% hemicellulose; 19-29% lignine en 3-7% bijkomende stoffen zoals hars, vet en water.
De papierindustrie gebruikt hout voor de productie van papier. De daarbij benodigde houtvezels zijn afkomstig van papierproductiebossen en resthout – het ‘betere’ hout gaat bijvoorbeeld naar de bouw- en meubelindustrie.
Zowel loofhout als naaldhout is geschikt voor het maken van papier. Van de loofbomen komen – naast eucalyptus – vooral berk, beuk en populier in aanmerking. De acacia is vanuit ZO Azië in opkomst. Van de naaldbomen zijn het met name lariks, den en spar.
Vezels van tropisch hardhout zijn ongeschikt voor papierproductie. Zowel papier dat wordt aangeduid met de term ‘houthoudend’ als papier dat ‘houtvrij’ wordt genoemd, bevat houtvezels – slechts de productie ervan verschilt.

[milieueffect]
Bomen zetten het broeikasgas koolstofdioxide CO2 om in zuurstof O2 door de koolstof (C) op te slaan en neutraliseren daarmee (onder andere) het broeikaseffect. Ook eenmaal tot papier verwerkt, blijft de koolstofopslag in de in het papier verwerkte houtvezel bewaard. Door te zorgen voor de aanplant van nieuwe bomen ter vervanging van de geoogste exemplaren kan hout een duurzame grondstof zijn. Deze vorm van duurzaam bosbeheer wordt onder andere door FSC en PEFC gecertificeerd.