Omschrijving:
[definitie]
Naast de houtvezels en de vezels uit oud papier kunnen meerdere planten als leveranciers van vezels dienen. Deze bestaan uit grofweg twee groepen; namelijk loofhoutvezel-vervangers en naaldhoutvezel-vervangers.
[toelichting]
vezelgrondstoffen als vervanging van loofhoutvezels:
bamboe, suikerriet, stro van allerlei granen (gerst, rogge, haver, tarwe, rijst), kenaf, esparto, grassen en rietsoorten, sorghum stengels, graan- en maïsstengels etc.
vezelgrondstoffen als vervanging van naaldhoutvezels:
katoenlinters en -vezels, vlas, de bast van hennep en kenaf, sisal, abaca, bamboe, hesperaloë, etc.
Ten slotte kunnen we melden dat er ook vezels worden gewonnen uit uitwerpselen van olifanten, bizons, kamelen, kangoeroes, koeien, paarden, schapen, enz.
[millieueffect]
Bomen groeien relatief langzaam, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld stro. Hierdoor is het mogelijk de hoeveelheid grond die benodigd is t.b.v. de papierproductie significant te verminderen. De samenstelling van deze gewassen is echter wel anders, en het vezelwinningsproces moet hierop worden aangepast, hierdoor zitten er nog wel haken en ogen aan het gebruik van alternatieve vezelbronnen. Ook kunnen van andere gewassen (ondanks dat deze vezels wel uit cellulose bestaan) van lagere kwaliteit zijn, doordat ze bijvoorbeeld te dun of te kort zijn.