Omschrijving:
[definitie]
Zetmeel is een hulpstof die tijdens het productieproces aan papier wordt toegevoegd. Het fungeert dan als lijmstof in het papier.
[toelichting]
Zetmeel is een polymeer bestaande uit suikers en koolhydraten, en wordt door planten gebruikt om energie op te slaan. Zetmeel is niet een enkele stof, maar een verzameling van op elkaar lijkende stoffen.
Zetmeel heeft een chemische structuur die lijkt op die van de papiervezels (het is net als cellulose een polymeer bestaande uit suikermoleculen). Door zetmeel tijdens de papierproductie aan de natte vezelmassa toe te voegen kan het zich aan die vezels binden en zo de onderlinge hechting tussen de vezels versterken. Zetmeel vergroot ook de beschrijfbaarheid van het papier, mede doordat het gebruikt wordt om poriën in het papier op te vullen. Dit gebeurt met een geconcentreerde zetmeeloplossing voor het coaten.
De papierindustrie is de op een na grootste gebruiker van zetmeel, na de voedingsmiddelenindustrie. Een gemiddeld velletje papier bevat tussen de 6-8% zetmeel.
Geconcentreerde zetmeeloplossingen worden ook gebruikt als bindmiddelen voor coatings, en hebben een positieve invloed op de watervastheid.
Zetmeel word vaak chemisch gemodificeerd om meer geschikte eigenschappen te krijgen, zoals bijvoorbeeld oplosbaarheid in water of de stroperigheid van de zetmeeloplossing. Men spreekt dan over zgn. zetmeelderivaten.
[milieueffect]
Zetmeel is een natuurproduct, en is ongevaarlijk. Veel van het zetmeel dat gebruikt wordt in de papierindustrie is chemisch gemodificeerd om de juiste eigenschappen te hebben, maar ook deze typen zetmeel zijn niet schadelijk voor mens en milieu. Zetmeel dat gebruikt wordt voor de papierindustrie kan echter niet gebruikt worden voor de voedselindustrie, wat vergelijkbare dilemma’s opwekt als bij de productie van bio-ethanol (voedsel vs. brandstof), kies je voor eten of voor papierproductie.