Sulfietproces

Omschrijving: 

[definitie]
Het ‘sulfietproces’ is een methode om langs chemische weg vezels uit hout te ontsluiten.

[toelichting]
Om de voor de papierproductie noodzakelijke celstof uit hout te winnen, moeten de houtvezels worden ontsloten. Dat kan via chemische ontsluiting, hierbij wordt het hout met chemicaliën behandeld en gekookt, waardoor de lignine oplost en de vezel kan worden gebleekt. Er bestaan twee processen voor het chemisch ontsluiten: het sulfietproces (een zuur proces) en het sulfaatproces (een alkalisch proces).
Het sulfietproces voltrekt zich bij 120 graden Celsius en heeft een rendement van zo’n 55 procent: bijna de helft van het hout levert geen celstof op.
Omdat de chemische ontsluiting lignine uit de celstof verwijdert, wordt uiteindelijk gesproken van ‘houtvrij papier’, terwijl hout wel degelijk de basis voor de grondstof vormt.

[milieueffect]
Vezels die met behulp van het sulfietproces worden gewonnen (sulfietcelstof) zijn minder sterk dan de vezels uit het sulfaatproces.
Het sulfietproces wordt wereldwijd ten opzichte van het sulfaatproces steeds minder toegepast, vooral omdat bij het sulfaatproces de gebruikte chemicaliën, evenals andere bijproducten, gemakkelijker kunnen worden teruggewonnen.

Het proces

Dit proces is uitgevonden in 1880. Met het sulfietproces wordt ongeveer 15% van de celstof geproduceerd. Voor de chemische reactie wordt gebruik gemaakt van zwaveligzuur (H2SO3). Voor een voldoende hoge reactiesnelheid (tijdsduur waarin de reactie verloopt) wordt de temperatuur verhoogd tot ongeveer 120 °C. Het lignine is normaal niet oplosbaar in water. Het bisulfiet-ion (HSO3¯), dat ontstaat uit zwaveligzuur, reageert met (sulfoneert) de lignine, waardoor de lignine oplosbaar in water wordt. Het zuur (H3O+) hydrolyseert de lignine met hetzelfde resultaat. Het sulfietproces is een discontinu proces. Het rendement ligt ongeveer op 55%.