[definitie]
De verhouding tussen de dikte van het papier (uitgedrukt in micrometer) en het gramgewicht (g/m²) wordt ‘opdikking’ genoemd.
[toelichting]
Bij druk is de opdikking van invloed omdat een bepaalde samendrukbaarheid is gewenst. Naarmate de opdikking hoger is, neemt de samendrukbaarheid toe.
Opdikking wordt beïnvloed door de vezelsamenstelling. Eucalyptusvezel geeft bijvoorbeeld meer opdikking dan de naaldhoutvezel. Berkenvezel verschaft de laagste opdikking. Hoe meer lignine in de vezel, hoe hoger de opdikking.
Door maling neemt de opdikking af. Door de hulpstoffen alfacellulose en oppervlakte-actieve stoffen (tensiden) te gebruiken, neemt opdikking toe. Er treedt dan wel een sterkteverlies op. De nabewerking in de superkalander speelt eveneens een rol.
Een 90 grams papiersoort met een dikte van 0,198 micrometer heeft een opdikking van 0,198 : 0,90 = 0,22. Omgekeerd kan ook bij een opgegeven opdikking en gramgewicht de dikte van een enkel vel of bijvoorbeeld van een compleet boek worden berekend.
[milieueffect]
Het gramgewicht van het papier bepaalt in belangrijke mate het gewicht van het gedrukte eindproduct, en is dus van invloed op de kosten en de milieueffecten van transport en verzending. Door nu te kiezen voor papier met een hogere of lagere opdikking kan de dikte van een eindproduct (bijvoorbeeld een boek) naar wens worden beïnvloed, zonder dat er direct een papiersoort van een hoger of lager gramgewicht hoeft te worden gekozen. Dikte kost echter ruimte in transportruimte.