Omschrijving:
[definitie]
Erg dun papier dat smaakloos is en goed brand. Gebruikt als vloeitjes en als sigarettenhuls
[toelichting]
Vloeitjes komen oorspronkelijk uit Frankrijk, met dank aan de Spanjaarden die gewoon waren hun cigarittos in flinterdunne velletjes papier te rollen. Voor het eerst werd omstreeks 1825 vloeipapier in de Franse Pyreneeën geproduceerd.
Vroeger werd rijstpapier gebruikt, maar tegenwoordig is daar al lang geen sprake meer van. Voor de vloeitjes wordt nu textielvezel, en dan met name vlas, als grondstof gebruikt, of cellulose (houtcelstof) en calciumcarbonaat als vulstof (ongeveer 30%). Om het papier witter te maken wordt ook nog een optische witmaker toegevoegd, wat er bovendien toe leidt dat de as van de sigaret er aantrekkelijker uitziet.
Belangrijk is dat het vloeitje heel dun (een gramgewicht van rond de 22 g/m²) is, smaak- en geurloos is en goed brandt. Verder moet een vloeitje constant branden en niet breken bij mechanische vervorming. De bedrukbaarheid is voor dit papier, in tegenstelling tot nagenoeg elke andere soort papier, niet van groot belang.