Omschrijving:
Achtergrond
Biociden zijn stoffen of preparaten die erop gericht zijn om schadelijke organismen onschadelijk te maken. Met ‘schadelijk organisme’ wordt gerefereerd aan elk organisme dat ongewenst aanwezig is of een schadelijke invloed heeft op de mens, zijn werkzaamheden of de door hem gebruikte of vervaardigde producten, op dieren of op het milieu (Commissie van de Europese Gemeenschappen, 1998). De naam ‘biociden’ is in feite een verzamelnaam voor verschillende soorten bestrijdingsmiddelen die buiten de landbouw worden gebruikt. Deze bestrijdingsmiddelen zijn ingedeeld in 23 verschillende categorieën, waaronder bijvoorbeeld houtconserveringsmiddelen en slijmbestrijdingsmiddelen. In het papierproductieproces worden biociden hoofdzakelijk ingezet om slijmvorming door bacteriën in het proceswater tegen te gaan.
De meest gebruikte biociden in de papierproductie zijn biociden op basis van chloor, natriumhypochloriet en bromide (hypo-bromidezuur) (IPPC, 2001). Ook formaline kan als biocide gebruikt worden. Biociden worden toegevoegd aan het proceswater, het reinigingwater en het koelwater. Biociden kunnen daarnaast tijdens het bleekproces aan de vezels worden toegevoegd en, nadat het papier vervaardigd is, tijdens het coatingproces. Een deel van de biociden zal via het water in het papier terecht komen. De rest zal via de afvalwaterzuivering worden verwijderd of via onopzettelijke lozingen terecht kunnen komen in de bodem of het oppervlaktewater (IPPC, 2001, VROM 2007, VROM 2008, RIVM 1999).
Andere bronnen van de aanwezigheid van biociden in papier zijn het gebruikte hout (bestrijdingsmiddelen kunnen worden ingezet tijdens de houtproductie of tijdens het vervoer van het hout).
Milieuaspecten
Biociden kunnen giftig en bioaccumulerend zijn (RIVM, 1999). Bioaccumulerend betekent dat de stoffen zo langzaam afbreken dat ze kunnen ophopen waardoor schadelijke concentraties kunnen ontstaan. De specifieke milieurisico’s hangen in belangrijke mate af van het type biocide. Biociden kunnen onder meer schadelijk zijn voor het waterleven (aquatisch toxisch). Dit geldt bijvoorbeeld voor 2,2-dibromo-3-nitrilopropionamide, een middel dat door de papierindustrie gebruikt wordt als slijmbestrijder (RIVM,1999). Milieueffecten zullen zich alleen kunnen voordoen wanneer er emissies naar de bodem of het water plaatsvinden. In hoeverre dit mogelijk is, hangt in belangrijke mate af van de waterzuivering en het risico van onopzettelijke lozingen naar grond en water. Gegevens over de hoogte van de emissies van biociden en het belang van de hieraan gekoppelde milieueffecten zijn echter niet bekend.
In het algemeen vormt het vervangen van schadelijke stoffen door minder schadelijke alternatieven een belangrijke methode om schadelijke emissies te voorkomen (IPPC, 2001).
Biociden zullen via het proceswater ook terecht kunnen komen in het uiteindelijke papier. Of dit tot effecten op het milieu kan leiden is niet bekend. De huidige keurmerken stellen eisen aan de toepassing van de biociden in het proces, niet aan de aanwezigheid van biociden in het product.
Gezondheidsaspecten
Biociden kunnen zeer giftig zijn voor mensen, afhankelijk van het soort biocide (RIVM, 1999). Dit geldt ook voor de biociden toegepast in de papierindustrie. Blootstelling aan de biociden kan bijvoorbeeld plaatsvinden als gevolg van ongelukken. Vervanging van biociden is uit dit oogpunt dan ook wenselijk.
Huidige stand van zaken
Het is momenteel nog niet goed mogelijk om papier te produceren zonder het gebruik van biociden (VROM, 2007). In Nederland mogen biociden alleen worden ingezet wanneer deze zijn toegelaten voor gebruik via het ‘College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ (Ctgb). Op Europees niveau is (in richtlijn 98/8/EG) vastgesteld dat lidstaten het op de markt brengen van biociden alleen mogen toelaten indien deze werkzame stoffen bevatten die zijn opgenomen in bijlage I, bijlage IA of bijlage IB bij deze richtlijn. Binnen Europa zal dus gebruik worden gemaakt van biociden waarvan de actieve stoffen zijn toegelaten voor gebruik. Dit betekent echter niet dat deze biociden niet schadelijk zijn. Gezien hun functie zijn biociden immers altijd in meer of mindere mate schadelijk. De schadelijkheid van de biociden is echter wel geëvalueerd. Voor de productie van papier buiten Europa gelden de regels in de betreffende productielanden. Dit betekent dat papier van buiten Europa geproduceerd kan zijn met gebruik van biociden die in Europa niet zijn toegelaten. De milieuschadelijkheid van deze middelen kan natuurlijk hoger zijn. Gebruikers van papier die dit onwenselijk vinden zullen gebruik moeten maken van papier dat beschikt over een milieukeurmerk waarin eisen worden gesteld aan het type biocide dat wel of niet mag worden toegepast.
Keurmerken
Keurmerk | Eis en verificatie |
Blaue Engel
Printing and Publication Papers RAL-UZ 72, januari 2009 |
Eis: Only those substances may be used as biocides in the manufacture of products which are listed as so-called “existing“ substances in Annex II to Commission Regulation (EC) No. 2032/20037. That means they have to be notified for the respective type of biocidal product and adopted in the EC review programme. Use of new (non-listed) agents requires the approval of the biocidal product according to the German Biocidal Products Act. Until the respective coming into force of the obligation to obtain permission for the use of biocidal products containing existing active substances only those substances shall be permitted which are additionally listed in the 36th Recommendation of BfR (Bundesinstitut für Risikobewertung – Federal Institute for Risk Assessment.Tetramethylthiuram disulfide (CAS No. 137-26-8) must not be used.Verificatie: The applicant shall declare compliance with the requirement in Annex 1 to the Contract and state by use of IUPAC name and CAS Registry Number what kind of biocidal active substances in what quantities per kilogram of dry fibre are used. |
EU Ecolabel Kopieerpapier en grafisch papier
Versie: 4 september 2002 |
Eis: De actieve componenten in biociden of biostatische middelen die worden gebruikt om slijmvormende organismen tegen te gaan in circulatiewatersystemen met vezels, mogen niet potentieel bioaccumulerend zijn.Verificatie: De aanvrager moet een verklaring overleggen waarin staat dat aan dit criterium is voldaan, samen met het relevante gegevensblad voor materiaalveiligheid of het testverslag, waarin de testmethode, de drempelwaarde en de desbetreffende conclusie worden aangegeven, met gebruikmaking van de volgende testmethoden: OESO 107, 117 of 305 A-E. |
Milieukeur Kantoorpapier
Datum ingang: 1 oktober 2007 |
Eis: De aanvrager moet over documenten beschikken van de toeleverancier waaruit blijkt dat de actieve componenten in biociden of biostatische middelen die worden gebruikt om slijmvormende organismen tegen te gaan in circulatiewatersystemen met vezels, niet potentieel bioaccumelerend zijn.Verificatie: Technisch dossier (*) (documenten van toeleveranciers). Meetmethode: OESO testmethode 107, 117 of 305 A-E. |
Nordic Swan
Versie 1.0, 9 oktober 2003 |
Eis: Active substances in biocides used for countering slime-forming organisms in pulp and paper production must not be potentially bioaccumulative. Inorganic biocides that do not bioaccumulate are exempted from this requirement.Verificatie: Chemical manufacturers/suppliers must report on the composition of the product regarding biocides, stating their complete name and CAS no. in accordance with declaration 3 in appendix 2 (**). Test results on the bioaccumulation potential of the active substances must be reported in the form of e.g. product safety data sheets. |
(*): “Technisch dossier” wil zeggen dat door middel van een technisch dossier aan een certificatie-instelling wordt aangetoond, dat de betreffende fabrikant aan de gestelde eisen voldoet. Dit technische dossier omvat bij voorkeur door derden uitgevoerd laboratoriumonderzoek en/of door derden gecontroleerde (door de fabrikant geregistreerde) gegevens over ontwerp, constructie, specificaties van materialen, certificaten van toeleveranciers etc. Voor kleur- en geurstoffen geldt dat een bevestiging van de toeleverancier dat aan de eis wordt voldaan, voldoende is. Voor de inzet van gerecycled materiaal in verpakkingen geldt dat een schriftelijke verklaring van de verpakkingsproducent dat aan de eis wordt voldaan, voldoende is.
(**): Het betreft hier een formulier dat moet wordt ingevuld door de keurmerkhouder. De vermelde testmethode voor bioaccumulatie is gelijk aan die van het EU Ecolabel en Milieukeur.
Verificatiemogelijkheden
Zowel het EU Ecolabel als Milieukeur en Nordic Swan vereisen het overleggen van testrapporten waaruit blijkt dat de betreffende actieve bestanddelen in biociden niet bioaccumulerend zijn. De hiervoor voorgeschreven testmethoden zijn hetzelfde.
De Blaue Engel aanpak wijkt af van de andere drie keurmerken doordat alleen biociden zijn toegestaan die vermeld worden op de lijst bij de Europese richtlijn 2032/20037 of zijn goedgekeurd volgens de ‘German Biocidal Products Act’.
Het is niet aan te geven welke aanpak strenger uitpakt, die van Blaue Engel of die van het EU Ecolabel, Milieukeur en Nordic Swan.
Ontwikkeling en innovatie
Een groot aantal fabrieken in Europa maakt gebruik van een ammoniumbromide complex (een biocide) in het proceswater in plaats van organische biocides. Ammoniumbromide reageert met chloorbleekloog tot een niet-oxiderend complex dat volledig uiteenvalt in veel minder schadelijke ionen (VNP, 2004). In Nederland was een definitieve toelating in 2004 nog niet beschikbaar.
Er zijn verschillende mogelijkheden om het gebruik en de emissie van schadelijke biociden in de papierindustrie te vermijden of te beperken. Door het water biologisch te zuiveren voor het als proceswater wordt gebruikt kan de hoeveelheid benodigde biocide al drastisch verminderd worden. Biociden gebaseerd op chloor kunnen al vermeden worden. Voor andere biociden zijn veel biologische alternatieven beschikbaar. (IPPC, 2001, VNP 2004, Der Blaue Engel, 2006 EG, 1998).Gesloten watersystemen kunnen bijdragen aan een verdere vermindering van watergebruik en emissies van schadelijke stoffen, waaronder biociden. Verdere sluiting van waterkringlopen kan echter in toenemende mate tot kwaliteitsproblemen en de noodzaak van het inzetten van biociden leiden. Hierin zal een juiste balans gevonden moeten worden (VNP, 2004).
Eisen duurzaam papier
Gezien de potentieel negatieve effecten van biociden op het milieu is aandacht voor deze stoffen in het kader van een duurzame papierproductie terecht. De vier belangrijkste milieukeurmerken voor papier (EU Ecolabel, Milieukeur, Blaue Engel en Nordic Swan) besteden aandacht aan het gebruik van biociden. De eisen die de keurmerken stellen zijn gelijk, met uitzondering van Blaue Engel. Of Blaue Engel strenger of minder streng is, is zo niet aan te geven.
Door te kiezen voor papier met één van deze keurmerken kan de gebruiker er zeker van zijn dat biociden die bioaccumulerend zijn (Nordic Swan, Europees Ecolabel, Milieukeur) of die niet zijn opgenomen in Europese of Duitse stoffenlijsten (Blaue Engel) niet worden toegepast.
Wensen duurzaam papier
Voor biociden zijn geen wensen geïdentificeerd die aanvullend op de eisen uit de bestaande milieukeurmerken kunnen worden gehanteerd bij de inkoop van papier.
Referenties en bibliografie
Commissie van de Europese Gemeenschappen, 1998, Beschikking van de commissie van 24 april 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (Richtlijn 98/8/EG), http://eur-lex.europa.eu/smartapi/cgi/sga_doc?smartapi!celexplus!prod!DocNumber&lg=nl&type_doc=Directive&an_doc=1998&nu_doc=8
Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2007a, Beschikking van de commissie van 21 juni 2007 tot wijziging van de Beschikkingen 2001/689/EG, 2002/739/EG, 2002/740/EG, 2002/741/EG en 2002/747/EG met het oog op de verlenging van de geldigheid van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan bepaalde producten (2007/457/EG), http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32005D0783:NL:HTML
Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2007b, 2002/741/EG: Beschikking van de Commissie van 4 september 2002 tot vaststelling van de herziene milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor kopieerpapier en grafisch papier en tot wijziging van Beschikking 1999/554/EG, http://ec.europa.eu/environment/ecolabel/product/pg_copyingpaper_en.htm
Confederation of European Paper Industry (CEPI), 2007, Sustainability Report 2007, CEPI, Brussels, Belgium, http://www.cepi.org/Objects/1/Files/CEPI%20SR%20FINAL%20WEB.pdf
Confederation of European Paper Industry (CEPI), 2008, De productie van papier- van hout tot gestreken papier CEPI, Brussels, Belgium, http://www.sappi.com/NR/rdonlyres/0C0CEF57-2684-40F4-8B05-A52022EB619B/0/ThePaperMakingProcessDutch.pdf
Der Blaue Engel, 2006, Basic Criteria for Award of the Environmental Label Recycled Paper RAL-UZ 14. http://www.blauer-engel.de/en/index.php
European Commission, Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC), 2001, Reference document on best available techniques – pulp and paper manufacture http://ec.europa.eu/environment/ippc/brefs/ppm_bref_1201.pdf
International Council of Forest and Paper Associations, undated, Sustainability the forest and paper industry- on its way to sustainability, http://www.icfpa.org/issues_statements/issues/sustainability.php
Nordic Ecolabelling Board, 2001, Regulations for Nordic ecolabelling, http://www.svanen.nu/Default.aspx?tabName=CriteriaDetailEng&menuItemID=7056&pgr=44
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM), 2007, Inventarisatie biociden zonder toelating, Ministerie van VROM, Definitief rapport, 8 november 2007.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM), 2008, Prioritering risicovolle biociden, Ministerie van VROM, Eindrapport, 29 oktober 2008
9T0759.01 http://74.125.77.132/search?q=cache:ubMR6IRxNToJ:www.vrom.nl/get.asp%3Ffile%3Ddocs/kamerstukken/Mon23Feb20091610470100/DP2009010898bPrioriteringrisicovollebiociden.pdf+Prioritering+risicovolle+biociden&cd=1&hl=nl&ct=clnk&gl=nl
Nordic Ecolabelling Board , 2003, Nordic Ecolabelling of Paper products — Chemical module Version 1.0 9 October 2003, http://www.svanen.nu/Default.aspx?tabName=CriteriaDetailEng&menuItemID=7056&pgr=503
Nordic Ecolabelling Board, 2008, Ecolabelling of Copy and Printing Paper – Supplementary Module Version 3.1, 15 March 2005 – 30 June 2010, http://www.svanen.nu/Default.aspx?tabName=CriteriaDetailEng&menuItemID=7056&pgr=44
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 1999, Biociden: Preliminary environmental risk assessment of 93 biocides, initiele milieurisicobeoordelingen van 93 biociden, http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/601506003.html
Stichting Milieukeur, 2007, Certificaatschema kantoorpapier – 1 oktober 2007-1 oktober 2009, http://www.smk.nl/files/certificates/KPSCHEMA_NL6.pdf
VNP, 2004, Op weg naar duurzaam ondernemen; resultaten van acht jaar milieuconvenant voor de Nederlandse papier- en kartonindustrie, 2004, http://www.vnp-online.nl/index.cfm?firm=vnp&fuseaction=show.page&pageid=115