Sulfaatproces

Omschrijving: 
[definitie]
Het ‘sulfaatproces’ is een methode om langs chemische weg vezels uit hout te ontsluiten. Dit proces staat ook bekend als het Kraftproces.

[toelichting]
Het sulfaatproces is in 1879 uitgevonden en de eerste fabriek die gebruikmaakte van dit proces is in 1890 gestart in Zweden. Met dit proces is (in tegenstelling tot het sulfietproces) een groot deel van de anorganische stoffen die nodig zijn tijdens het proces terug te winnen, wat resulteert in een (bijna) gesloten systeem. Zo rond 1940 heeft het sulfaatproces het sulfietproces ingehaald als meestgebruikte methode voor de chemische ontsluiting van vezels. Deze trend zet zich nog steeds door, temeer omdat het sulfaatproces betere vezels oplevert en meer lignine afbreekt dan het sulfietproces.
Het sulfaatproces is een alkalisch (pH>7) proces. De houtsnippers worden eerst voorverwarmd en nat gemaakt, waarna een mengsel van natronloog (NaOH) en natriumsulfaat (Na2SO4) de lignine afbreekt. De natronloog dient om de oplossing alkalischer te maken (zodat de afbraakproducten beter oplossen) en om de houtvezels te laten zwellen. Het natriumsulfaat wordt omgezet tot het hydrosulfide-ion (HS-) welke met lignine degradeert en waarvan de restanten oplossen in het alkalische medium.
Het proces kan continue zijn (in tegenstelling tot het sulfietproces dat alleen discontinu uitgevoerd wordt). Het verwijderen van de lignine (ongeveer 3-5% van de lignine wordt niet verwijderd) duurt enkele uren en gebeurt bij een temperatuur van 130-180°C. Het proces is ook geschikt voor houtsoorten zoals grenen, die niet behandeld kunnen worden met het sulfietproces. De uiteindelijke celmassa die uit de fabriek komt, weegt 45-50% van de oorspronkelijke houtmassa.

[milieueffect]
Het sulfaatproces neemt wereldwijd ten opzichte van het sulfietproces een steeds belangrijker plaats in, vooral omdat bij het sulfaatproces de gebruikte chemicaliën, evenals andere bijproducten, gemakkelijker kunnen worden teruggewonnen.